12 dec Testen op alcohol- en drugsgebruik toegestaan op basis van mogelijke wetswijziging
Werkgevers kunnen verschillende redenen hebben om hun werknemers te willen testen op alcohol- en drugsgebruik. Toch is dit in de meeste gevallen verboden. Dit is anders wanneer er voor een bepaalde beroepsgroep specifieke wetgeving geldt. Zo mogen piloten en politieagenten bijvoorbeeld wel getest worden op hun alcohol- en drugsinname. Een nieuwe wet moet meer testen op alcohol of drugs op de werkvloer mogelijk maken, ook voor beroepsgroepen waar dit nu (nog) niet voor mogelijk is.
Nieuwe wetgeving
Het wetgevingstraject voor meer testen op alcohol en drugs op de werkvloer is hervat. Het wetgevingstraject werd begin 2020 opgestart, maar daarna stopgezet vanwege de pandemie. Op basis van de beoogde wetswijziging wordt het voor bepaalde functies en beroepsgroepen die onder het Besluit risico’s zware ongevallen 2015 (Brzo 2015) vallen mogelijk om op alcohol en drugs te testen. In Nederland zijn zo’n 400 organisaties die onder de Brzo 2015 vallen. Sommige van deze organisaties opereren binnen de (zware) chemische industrie, bij andere organisaties wordt er slechts in beperkte mate gebruik gemaakt van gevaarlijke stoffen. Het gaat om organisaties waarbij de risico’s op een zwaar ongeval zullen toenemen op het moment dat men de controle over de processen verliest. Mogelijk zal de lijst daarna worden uitgebreid naar andere organisaties waar een veiligheidsrisico bestaat.
Belang van de werkgever
Werkgevers kunnen alcohol- en drugstests uitvoeren met verschillende redenen. Bijvoorbeeld omdat zij de veiligheid en kwaliteit op de werkvloer willen waarborgen. Werknemers die tijdens de uitvoering van hun werkzaamheden onder invloed zijn van drank of drugs hebben een verhoogd risico om betrokken te raken bij een ongeval, met name als het een organisatie betreft die onder de Brzo 2015 valt. Een ongeval kan grote consequenties hebben voor de werknemer of voor andere collega’s of personen die zich op de werkvloer bevinden.
Privacy in het geding
Een goed alcohol- en drugsbeleid met aandacht voor preventie kan bijdragen aan het beperken van alcohol- of drugsgebruik. Het afnemen van een test kan hier onderdeel van uitmaken. Op grond van de voorgestelde wetswijziging is het alleen mogelijk om op drank- en drugsgebruik te testen op het moment dat er een goed beleid is geïmplementeerd binnen de organisatie. Bij het afnemen van een alcohol- of drugstest maakt de werkgever een (ernstige) inbreuk op de privacy van de werknemer. Het afnemen van de test zal daarom ook onder de nieuwe wetgeving alleen onder strikte voorwaarden mogen plaatsvinden.
Wat mag er nu al?
De werkgever mag een werknemer testen op alcohol- of drugsgebruik op het moment dat hier een wettelijke grondslag voor is. Ontbreekt deze wettelijke grondslag, dan is testen niet toegestaan. Dit is namelijk in strijd met de privacywetgeving nu het testen op alcohol- of drugsgebruik een ernstige inbreuk maakt op de privacy van de werknemer. De uitkomst van de test zijn medische gegevens en dus bijzondere persoonsgegevens.
Instructierecht
Wanneer de wettelijke grondslag ontbreekt, kan de werkgever terugvallen op het meer algemene instructierecht. Dit betekent dat een werkgever instructies mag uitvaardigen en dat werknemers verplicht zijn om deze instructies op te volgen. Het is mogelijk om instructies over het gebruik van alcohol en drugs op de werkvloer of voorafgaand aan de werkzaamheden uit te vaardigen. Wanneer een werknemer desondanks aantoonbaar onder invloed is, mag een werkgever de werknemer toegang tot de werkvloer ontzeggen en een verbale of schriftelijke waarschuwing geven. In sommige gevallen zal de werkgever zelfs over kunnen gaan tot een ontslag (op staande voet). Of dit het geval is zal afhangen van de omstandigheden van het geval.
Het is nog onduidelijk wanneer de wetswijziging wordt ingevoerd, maar wanneer het zo ver is zullen wij u op de hoogte houden.
Bron: Werk & Veiligheid – Kerkebosch