preventieloont.nl » Trillingen in werksituaties: wat & hoe?
Preventieloont.nl | Doe de gratis risico analyse check op onze website!
preventieloont, preventie loont, preventieloont.nl, preventie, preventiemedewerker, die, ri&e, rie, risico inventarisatie, risico inventarisatie en evaluatie, evaluatie, NCA, VCA certificaat, uitzendbureau certificaat, NEN, NEN certificaat, SNA certificaat, NEN 4400-1, NEN 4400-2, SNA, VCU, VCU certificaat, arbo, arbeidshygiene, arbeidshygiëne, SNA keurmerk, veiligheidsmanagementsystemen, veiligheid management systemen, arbo dienst, vca-vol, vca-b, vca basis, vca vol, vca-p, vca p, vca certificaat, Breda, Roosendaal, Etten-Leur, prinsenbeek, veiligheid op werkvloer, deskundig advies veiligheid, veiligheid, adviseur veiligheid, veiligheidsinspecteur
522
post-template-default,single,single-post,postid-522,single-format-standard,bridge-core-2.7.2,qode-page-transition-enabled,ajax_fade,page_not_loaded,,qode-title-hidden,qode-content-sidebar-responsive,transparent_content,qode-theme-ver-25.7,qode-theme-bridge,qode_header_in_grid,wpb-js-composer js-comp-ver-7.9,vc_responsive

Trillingen in werksituaties: wat & hoe?

Trillingen in werksituaties oftewel trillingen en schokken. Er bestaan namelijk maar weinig werksituaties waarin werknemers uitsluitend blootstaan aan één en dezelfde soort trillingen. Ze veroorzaken gezondheidsschade en verhogen veiligheidsrisico’s. Wat zijn de gevaren en wat kun jij doen als preventiemedewerker?

Onderzoek en praktijk hebben inmiddels ruimschoots aangetoond dat trillingen en schokken schade kunnen veroorzaken en dat werknemers die hieraan bloot staan vaak gezondheidsklachten oplopen. Alleen is niet altijd duidelijk welke gezondheidsschade ontstaat, wanneer en hoe je die objectief kunt diagnosticeren. Misschien is dat de reden waarom het risico dat trillingen en schokken met zich meebrengt in de praktijk niet veel aandacht krijgt en de noodzaak tot preventie weinig prioriteit kent.

Beroepsziektes door trillingen en schokken

In tegenstelling tot de blootstelling aan hard geluid weten de meeste werknemers wel dat je daar gezondheidsschade van kan oplopen (doof van kan worden). Ook weet men wel dat als je heel hard met je auto over een verkeersdrempel rijdt dit gevolgen zal hebben. Maar dat het tintelende gevoel in de handen, dat optreedt na langere tijd met een schuurmachine te hebben gewerkt, een reactie is van het trillen, wordt niet door iedereen begrepen. Of dat de schokken die een treinconducteur ervaart kan leiden tot blijvende klachten aan het houdings- en bewegingsapparaat is ook niet alom bekend waardoor dit (in tegenstelling tot de landen om ons heen) ook minder vaak in de statistieken van beroepsziekten terecht komt.

Twee soorten trillingen en schokken

In het verlangen om de blootstelling aan trillingen en schokken beter te kunnen beoordelen is vrij veel onderzoek gedaan (en wordt nog steeds gedaan) naar de invloed hiervan op het menselijk lichaam. Daarbij staat allereerst vast dat met trillen alles gesloopt kan worden. Denk maar aan tegels bikken met sloophamers, moeren losdraaien met slagmoersleutels en roestophopingen verwijderen met trilnaalden. Die slopende werking van trillend handgereedschap is bij mensen bijvoorbeeld terug te vinden in gezondheidsklachten o.a. in de handen. Werknemers die op voertuigen rijden bleken, meer dan andere beroepsgroepen, bekend te zijn met rugklachten. En daardoor kwamen de gezondheidsbewakers tot het aanbrengen van een onderscheid dat gebaseerd was op de plaats waar de trillingen en schokken het menselijk lichaam raakten: 

  1. Hand-armtrillingen en -schokken 
  2. Lichaamstrillingen en -schokken 

Hierna zijn voor beide aparte (NEN-EN-ISO-)normen ontwikkeld opdat via een gestandaardiseerde en reproduceerbare wijze de mate van risico gekwantificeerd kan worden.

Hand-armtrillingen en -schokken

We hebben het over hand-armtrillingen en -schokken als de trillingen en schokken primair op de handen worden overgedragen. 

Lichaamstrillingen en -schokken

Van lichaamstrillingen en -schokken is sprake als deze op de billen en/of de voeten worden overgedragen. Nadeel hiervan is dat trillingen en schokken die via het hoofd of via de schouders of andere lichaamsdelen binnenkomen, zich (nog) niet laten kwantificeren. Denk hierbij aan het slapen in een rijdende vrachtwagen of het gebruik van een bladblazer of bosmaaier.

Trillingen en schokken kwantificeren

Vanuit de natuurkunde zullen de begrippen frequentie en amplitude voor velen bekend zijn. Maar in de normen wordt uitsluitend de versnelling ofwel de eenheid N (=m/s2) gebruikt (meters per seconde kwadraat) om trillingen en schokken te kwantificeren.

Wordt de anatomie van de mens in ogenschouw genomen, dan zal duidelijk worden dat trillingen en schokken op het hoofd het minst acceptabel zijn. Maar zoals eerder beschreven kent de Arbowet uitsluitend trillingen en schokken op handen, voeten en billen. De handen en vingers blijken een hogere waarde aan te kunnen dan de rug. Trillingen en schokken die via de handen het lichaam in beweging zetten worden namelijk voor een belangrijk deel geabsorbeerd bij een lichte buiging van de armen, wat voorkomt dat het hoofd gaat trillen. Bij lichaamstrillingen en -schokken hebben licht gebogen benen een absorberende werking, maar bij een zittende houding worden de trillingen en schokken grotendeels door de wervelkolom opgenomen en deels doorgegeven naar het hoofd met als resultaat een verstoorde waarneming via de ogen (bibberend beeld en bibberende stem).

Gevaren van lichaamstrillingen en -schokken  

Lichaamstrillingen en -schokken kunnen uiteenlopen van hinderlijk/ oncomfortabel tot ernstig (letsel). Van hinderlijk is bijvoorbeeld sprake wanneer men uit een glas wil drinken of een leesbare tekst wil schrijven terwijl men bloot staat aan lichaamstrillingen en -schokken. Ook kan een gesproken boodschap onverstaanbaar worden onder die condities. In uiterst heftige gevallen kan men zelfs uit balans geraken met alle mogelijke gevolgen op het gebied van veiligheid. 

Een onacceptabel risico kan al optreden wanneer de lichaamstrillingen en -schokken minder heftig zijn, maar wel langdurig op een werkdag plaatsvinden (dus gedurende meerdere uren per dag en meerdere dagen per week). Er blijkt dan, vaak pas na enige jaren, een grotere kans op het ontstaan van (lage)rugklachten te bestaan. Ook andere gezondheidsklachten worden in relatie gebracht met lichaamstrillingen en -schokken, maar hiervoor blijkt wetenschappelijk bewijs minder sterk. 

Bij de blootstelling aan hand-armtrillingen en -schokken kan, met name bij een hand-armschok, het arbeidsmiddel uit de hand slaan of onbestuurbaar worden, met alle gevolgen van dien op het gebied van veiligheid.

De blootstelling aan hand-armtrillingen en -schokken blijkt op termijn voornamelijk gezondheidsschade te veroorzaken in de vingers, vanwege de combinatie van schade aan bloedvaten en schade aan het zenuwstelsel ter plaatse waardoor de gevoeligheid afneemt of juist een tinteling of steken optreden. Soms treden ook ‘witte vingers’ op, een teken van slechte doorbloeding van de vingers.

Diagnose en onderregistratie

Omdat (bedrijfs)artsen (nog) te vaak niet op de hoogte zijn van de schadelijke werking van trillingen en schokken leggen zij de relatie niet tussen symptomen en de blootstelling aan trillingen en schokken in het werk. Bovendien kennen zij de methoden niet waarmee die beroepsziekte de diagnosticeren valt. Hierdoor vindt al decennialang een onderregistratie plaats van beroepsziekten als gevolg van trillingen en schokken.

Er bestaan ongeveer twaalf gevalideerde methoden waarmee vastgesteld kan worden of iemand die blootgesteld is geweest aan trillend, stotend en schokkend handgereedschap lijdt aan een beroepsziekte. De twee meest bekende hiervan zijn:

a. het vaststellen of er sprake is van het ‘witte vinger syndroom’ 

b. de resultaten van de “Perdue-pegboard-test”. Voor meer informatie over het diagnosticeren wordt verwezen naar AI-36 waarin die methoden beschreven staan.

Bij gezondheidsklachten als gevolg van lichaamstrillingen en -schokken is de (gevalideerde) questionnaire die beschreven staat in de “Multidisciplinaire Richtlijn Vermindering van blootstelling aan lichaamstrillingen om rugklachten te voorkómen” bruikbaar. Het Instrument voor het bepalen van de arbeidsgerelateerdheid van aspecifieke lage rugklachten (Rugklachten door werk) en dat gebruikt wordt door bedrijfsartsen is hierbij minder betrouwbaar. De reden waarom is omdat de blootstellingswaarden aan trillingen en schokken waarnaar gevraagd wordt óf meestal niet bekend zijn, óf dermate hoog zijn dat hiervan in de praktijk zelden sprake is, waardoor er een grote onderregistratie blijkt op te treden.

Meten van trillingen en schokken

Het is niet eenvoudig om de blootstelling aan trillingen en schokken te kwantificeren. Ten eerste moet men beschikken over de geëigende meetapparatuur, ten tweede moet men kennis hebben over (o.a. het plaatsen van) de sensoren en ten derde moet men de meetresultaten kunnen interpreteren.

De markt van apparaten die arbeidsgebonden trillingen en schokken kunnen meten, opslaan en analyseren is tamelijk omvangrijk omdat ze ook andere toepassingen kennen. Vandaar dat afgeraden moet worden om te meten, wanneer men niet goed weet hoe deze apparaten werken of ingesteld moeten worden. De kans op onbetrouwbare risico schattingen is daardoor groot. Bovendien speelt de factor ‘blootstellingstijd’ ook een essentiële rol om een oordeel te kunnen geven van de belasting en dus het risico dat de werknemers lopen.

Sensoren (versnelling opnemers) zijn er in diverse soorten met diverse eigenschappen. Sensoren voor hand-armtrillingen en -schokken hebben doorgaans een ander meetbereik dan die voor lichaamstrillingen en -schokken. Bij het meten van hand-armtrillingen en -schokken gebeurt dat een orthogonaal assenstelsel en telt het resultaat van alle assen mee (=vectorsom); bij lichaamstrillingen en -schokken telt uitsluitend de as met de hoogste waarde mee voor het bepalen van het risico. En komt bij zo’n meting de proefpersoon door de schok los van de zitting, dan is die meting ongeldig.

Er bestaan tegenwoordig uiteraard ook app-jes voor het meten van trillingen met de smart-phone. Maar die blijken vaak niet te voldoen aan de eis van reproduceerbaarheid omdat ze bij lichaamstrillingen en -schokken onder de voeten of onder de billen van de proefpersoon geplaatst moeten worden. Alleen al het plaatsen en wegnemen van de smartphone kunnen het meetresultaat verstoren en zullen niet door elk proefpersoon geaccepteerd worden.

Weten

Vaak gaat men uit van het motto: meten is weten. Maar vanwege de kans op onbruikbare meetresultaten, kan men soms beter gebruik maken van de gegevens die fabrikanten publiceren. Fabrikanten moeten, als gevolg van een Europese Richtlijn en het Warenwetbesluit Machines, van de meeste arbeidsmiddelen bekend maken welke waarde aan trillingen en schokken te verwachten zijn in de ‘nieuwstaat’. Dit is vergelijkbaar met de verplichtingen omtrent geluidsproductie waarbij ook de getallen inzake trillingen en schokken vaak terug te vinden zijn in de CE-conformiteitsverklaring of in de gebruiksaanwijzing.

Degene die investeert in een trillend en schokkend arbeidsmiddel mag erop vertrouwen dat de aangegeven waarde betrouwbaar is. Om uiteindelijk te berekenen hoe lang per dag met een dergelijk arbeidsmiddel gewerkt mag worden, dus om te bepalen hoe groot het risico is, kan men gebruik maken van één van de trillingscalculatoren, die op internet te vinden zijn, o.a. bij de HSE (De Engelse Arbeidsinspectie). 

Actie- en grenswaarde

Om te voorkomen dat men in werksituaties de grenzen van het toelaatbare opzoekt, is in de Europese wetgeving gekozen voor een actiewaarde en een grenswaarde die voor alle EU-lidstaten acceptabel was. Het overschrijden van de grenswaarde betekent: direct stoppen! Terwijl in een werksituatie, waarbij de actiewaarde wordt overschreden, het risico wel onacceptabel groot is, maar dat niet direct actie ondernomen hoeft te worden. De te treffen actie moet dan wel in een plan van aanpak beschreven staan en er moet een realisatiedatum genoemd worden, net als een verantwoordelijke. De Nederlandse arbowetgeving heeft deze systematiek van grens- en actiewaarde overgenomen.

Uiteraard zijn er ook getallen toegekend aan deze waarden, maar die zijn meer gebaseerd op compromissen tussen politici, dan op gezondheidskundige inzichten en verwachtingen. Dus bij een blootstelling onder de actiewaarde kunnen zich nog steeds gezondheidsklachten ontwikkelen. Voor zwangeren die blootgesteld worden aan lichaamstrillingen en -schokken geldt dit vrijwel zeker. Vandaar dat Nederland een wettelijke grenswaarde voor lichaamstrillingen en -schokken hanteert bij zwangerschap. Zou men in werksituaties ook met ‘gezonde’ werknemers niet boven deze wettelijke grenswaarde voor zwangeren uitkomen, dan mag best geoordeeld worden dat er in die gevallen sprake is van een acceptabel risico. 

Risico-inventarisatie

Diverse arbeidsmiddelen, zoals vorkheftrucks of motorkettingzagen, hebben soms in de bijgesloten documenten (gebruiksaanwijzing, conformiteitsverklaring) een hoge waarde staan aan trillingen en schokken, maar dat wil nog niet betekenen dat ze ook een groot risico vormen. Het risico wordt namelijk niet uitsluitend bepaald door die hoge waarde maar ook door de tijd per dag dat een werknemer aan een dergelijk arbeidsmiddel bloot staat. Dus hoge waarde in m/s2 maar een zeer korte blootstellingstijd kan alsnog een acceptabel risico opleveren.

In de praktijk blijken overigens meer factoren een belangrijke rol te spelen bij het ontstaan van gezondheidsschade. Het risico is namelijk ook afhankelijk van de staat waarin een trillend en schokkend arbeidsmiddel verkeert en de situatie/omgeving waarin het wordt gebruikt. Zo blijken voor lichaamstrillingen en -schokken de bedrijfsterreinen niet altijd optimaal egaal te zijn en verwacht men dat de moderne luchtgeveerde heftruckstoelen de schokken wel zullen absorberen. Om letsel te voorkomen bij hand-armtrillingen en -schokken zijn er tegenwoordig motorkettingzagen die sterk gedempt zijn. Daardoor denkt men er langer mee te kunnen werken. Dat geldt ook wanneer er sprake is van verwarmde handgrepen op arbeidsmiddelen die vaak in de kou worden gebruikt. Koude handen blijken gevoeliger te zijn voor de schadelijke werking van trillingen en schokken.

Plan van Aanpak

Vanwege het gebrek aan dosis-effect-relatie voor trillingen en schokken, is het verstandig om alle situaties waarbij trillingen en schokken overgedragen worden op werknemers, deze te inventariseren en om vervolgens een evaluatie toe te passen. Zo kan blijken of een planmatige aanpak noodzakelijk of gewenst is.

Een planmatige aanpak verlangt altijd het gebruik van de arbeidshygiënische strategie. Deze is wettelijk voorgeschreven en start bij de bron. Dat wil zeggen dat het terugdringen van de gebruiksduur per dag als risico verlagende ingreep, middels een organisatorische maatregel, pas is toegestaan, als bronbestrijding of een technische maatregel niet mogelijk is. Het gebruik van trillingen absorberende handschoenen (bij hand-arm-trillingen) of een brede heupgordel (bij lichaamstrillingen) ter preventie van gezondheidsklachten (pbm) is a priori een teken dat er geen bronmaatregel wordt toegepast en is dus strafbaar. (Er blijkt overigens geen bewijs te bestaan dat dergelijke middelen het ontstaan van gezondheidsschade als beroepsziekte helpen te voorkomen.)   

Bronaanpak hand-armtrillingen

Primair is bij de blootstelling aan hand-armtrillingen en -schokken onderzoek voorgeschreven naar een andere werkwijze waarbij dan geen trillingen en schokken overgedragen hoeven te worden op de handen. Dat kan bijvoorbeeld zijn door zorgvuldiger te werken, zodat geen trillend en schokkend handgereedschap meer hoeft te worden gebruikt (denk aan ‘koppen snellen’ waarbij een sloophamer de koppen van heipalen sloopt). Ook schuurmachines of kettingzagen, die bekend staan om hun trillende werking, zijn niet meer nodig wanneer oppervlakken in een ideale omstandigheid glad worden afgeleverd of als takken en stammen ‘geknipt’ worden. Ook afstand bediening om bepaalde handelingen uit te voeren kan hierbij nut bewijzen.  

Technische maatregelen

Technische maatregelen kunnen vooral bestaan uit het zoeken naar arbeidsmiddelen die minder trillingen overdragen (zoals trillingen gedempte apparatuur, -handvatten, enz.). Vaak helpt het plegen van onderhoud (zoals een scherpe ketting op de kettingzaag) ook, of is het toepassen van het meest geschikte arbeidsmiddel de minst slechte weg naar een lager risico.

Organisatorische maatregelen

Hoewel bronmaatregelen dus de voorkeur genieten, is het vaak mogelijk om de blootstelling aan trillingen en schokken te verdelen over meerdere werknemers. Hierdoor blijft de overdracht bestaan, maar wordt de blootstelling verkort, wat in sommige gevallen ook kan leiden tot een acceptabel laag risico. Duidelijk blijkt in de praktijk ook dat ervaren werknemers minder knijpkracht uitoefenen op trillende handvatten, wat de overdracht van trillingen en het risico ook verminderen.  

Persoonlijke bescherming

In tegenstelling tot wat leveranciers van trillingen absorberende handschoenen wel beweren blijkt deze vorm van risicoverlaging minder effectief dan verwacht. De reden hiervoor is dat absorptie vaak pas optreedt bij arbeidsmiddelen die werken met een hoge frequentie (>1000 Hz) terwijl de schadelijke werking van hand-armtrillingen doorgaans op bij veel lagere frequentiewaarden ligt en bovendien frequenties niet maatgevend zijn maar de versnelling (m/s2).

Bronmaatregelen bij lichaamstrillingen en -schokken

De meest effectieve bronaanpak bestaat uit het scheiden van mens en arbeidsmiddel (bijv. transportmiddel) wat mogelijk wordt door gebruik te maken van afstand bediening. In veel branches vindt transport al plaats door autonoom rijdende voertuigen, waarop mensen geen rol meer spelen.

Technische maatregelen

Zijn er voor hand-armtrillingen betrekkelijk weinig technische maatregelen, bij lichaamstrillingen zijn er een scala op te voeren. Te denken valt aan het egaliseren van de rijbaan waarover gereden moet worden. Maar vaker zoekt men een risico reducerende maatregel in de vorm van een schok- of trillingen absorberende zitting of voetensteun omdat die sneller te realiseren is en bovendien vele malen goedkoper is in aanschaf. Bijkomstigheid is dat deze in vele gevallen niet het resultaat bieden wat men ervan verwacht, omdat het niet vaak het geval is, de gebruiker deze zittingen of voetensteunen meestal niet correct instelt of omdat op termijn slijtage optreedt die het risico in stand houdt.

Organisatorische maatregelen

Net als bij hand-armtrillingen is het verkorten van de blootstellingstijd een effectieve maatregel om het risico te reduceren. Ook langzamer of soms juist veel sneller rijden kan dat ook zijn, maar waarbij het eerste vaak als negatief wordt beschouwd voor de productie, maar wat zelden het geval is. Dit maakt dat er meer toezicht gehouden moet worden op de snelheid en dat het sanctioneren van overtredingen ingevoerd moet worden. 

Vaak wordt aangenomen dat de houding tijdens het rijden met een voertuig een rol speelt bij het bepalen van het risico. Maar de belasting wordt vastgesteld op de billen en houdt geen rekening met de werkhouding. Hierdoor ontbreekt de onderbouwing van die stelling.

Conclusie

De blootstelling aan hand-armtrillingen en lichaamstrillingen en -schokken leiden nog regelmatig tot ongeneeslijk letsel en lijken nog steeds een ondergeschikte positie te hebben binnen het verlagen van arbeidsgebonden risico’s. Dit geldt zeker ook bij de beoordeling wanneer er sprake is van iemand die gerekend kan worden tot de kwetsbare groepen werknemers. Hieronder vallen bijvoorbeeld zwangeren, mensen die bekend zijn met de ziekte van Raynoud, mensen met rugklachten, enz. 

Werkgevers zouden ook meer aandacht kunnen schenken aan de preventie van dergelijke gezondheidsschade door een andere werkwijze in te voeren met andere arbeidsmiddelen of door per direct te beginnen met het geven van voorlichting en onderricht aan de medewerkers. 

Wat kan een preventiemedewerker doen?

Een preventiemedewerker die het bedrijf kent, weet ook of en waar trillingen in het bedrijfsproces voorkomen en hoe vaak/lang die per dag voorkomen. In overleg met een arbokerndeskundige (en ondersteund door de info uit de eerder genoemde multidisciplinaire richtlijn kan dan beoordeeld worden of het meten de noodzakelijke informatie rondom het risico oplevert.

Houd altijd rekening met het feit dat mensen die blootgesteld worden aan trillingen en schokken niet altijd een directe link leggen tussen optredende gezondheidsklachten en de blootstelling. Zo treden klachten bij de blootstelling aan hand-arm-trillingen vaak pas ’s avonds en ’s nachts op wanneer helemaal geen blootstelling plaatsvindt.

Het bewustmaken van medewerkers over de risico’s waaraan zij bloot staan en wat zij zelf kunnen doen kan ook een bijdrage leveren aan het verkleinen van de gezondheidsrisico’s. Zo kunnen zij bij hand-armtrillingen zorgen voor warme handen door handschoenen te dragen en door zo min mogelijk te knijpen in de handvatten. Bij lichaamstrillingen zijn het correct instellen van de stoelvering en het omzeilen van oneffenheden in het wegdek belangrijke preventieve maatregelen. 

bron: https://www.werkenveiligheid.nl/preventie/gezondheidsmanagement/trillingen-wat-hoe